Een werkvloer bestaat uit één of meer vloerdelen die zelf een last kunnen dragen. Dit kunnen geprefabriceerde vloerdelen zijn zoals platforms en stalen systeemvlonders, die constructief in de gehele steiger kunnen worden meegenomen. De fabrikant geeft aan voor welke belastingklasse de prefab vloerelementen geschikt zijn. Dit kan ook zijn aangegeven op het platform zelf.
Er wordt ook vaak met houten steigerdelen gewerkt, opgelegd op kortelingen. De belastingklasse hiervan hangt af van de dikte van de steigerdelen en de kortelingafstand. Figuur 3.1.6 geeft een voorbeeld van steigerdelen met de afmeting 200 x 32 mm in een steiger bestaande uit buis en koppelingen.
Maximum staanderafstand |
Maximum steigerbreedte |
Minimum aantal kortelingen tussen de staanders |
1,80 m |
1,50 m |
2 |
1,80 m |
1,30 m |
1 |
Figuur 3.1.6 Aantal kortelingen bij houten steigerdelen 200 x 32 mm |
Ook dikkere steigerdelen, bijvoorbeeld van 200 x 50 mm, worden in Nederland gebruikt, bijvoorbeeld in de industrie. Staanderafstanden en aantal kortelingen zijn dan dienovereenkomstig aangepast, waarbij de maximale afstand tussen de staanders 1,80 m bedraagt.